Home

Fiscale aspecten van de uitvaartverzekering

De fiscale gevolgen verschillen per type uitvaartverzekering. Uit de polis blijkt welk type verzekering het is.
Er zit een aantrekkelijk fiscaal aspect aan een kapitaalverzekering. De waarde van een uitvaartverzekering is tot een maximum van € 6.492 (€ 6.389 in 2006) vrijgesteld van de vermogensrendementsheffing in box 3 van de Wet Inkomstenbelasting 2001. Het vrijgestelde bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de inflatie. Bij overschrijding van dit bedrag vervalt de vrijstelling in zijn geheel.
Kosten die direct verband houden met het overlijden, de begrafenis of de crematie zijn aftrekbaar. Het moet daarbij gaan om kosten die ook daadwerkelijk drukken op de belastingplichtige. De kosten zijn dus niet aftrekbaar als en voor zover er een vergoeding tegenover staat.
Premies of koopsommen voor polissen aan een uitvaartverzekeraar die de uitvaart verzorgt of waarvan de uitkeringen uitsluitend mogen worden aangewend voor de kosten van een uitvaart (natura uitvaartverzekeringen) kunnen als buitengewone uitgave* in aftrek worden gebracht. Er mag dan geen recht op restitutie bestaan van de premie of de koopsom.
Premies of koopsommen voor uitvaartverzekeringen die een bedrag in geld uitkeren bij overlijden aan de nabestaanden, zijn niet aftrekbaar omdat de uitkering voor ieder doel gebruikt kan worden.

* Buitengewone uitgaven

Buitengewone uitgaven vallen onder de persoonsgebonden aftrek.
Van het totaal van uw buitengewone uitgaven mag u alleen het deel aftrekken dat uitkomt boven een bepaald bedrag, de drempel.
Uitgaven voor een begrafenis of crematie kunt u onder bepaalde voorwaarden meetellen als buitengewone uitgaven. U mag niet meer meetellen dan gebruikelijk is voor een begrafenis of crematie. Eventuele vergoedingen door bijvoorbeeld een verzekeringsmaatschappij moet u aftrekken van de uitgaven.
U kunt de uitgaven meetellen die u heeft gedaan voor het overlijden van uw fiscale partner, uw kind of het kind van uw fiscale partner. Voorwaarde is wel dat die kinderen jonger waren dan 27 jaar.
Ook de uitgaven die u bij leven heeft gedaan voor uzelf, zoals de premie voor een begrafenis- of crematieverzekering in natura, kunt u meetellen. Uitgaven die na het overlijden zijn gedaan, mogen alleen meegeteld worden bij de eventuele fiscale partner.
U mag geen uitgaven meetellen die u had voor bijvoorbeeld uw (schoon)ouders, broer of zus.
De volgende uitgaven mag u meetellen:
  • de begrafenis of crematie en de uitvaartdienst;
  • de premie of koopsom aan een begrafenis- of crematieverzekeraar die de uitvaart verzorgt. Er mag dan geen recht op restitutie bestaan van de premie of de koopsom;
  • advertenties, rouwkaarten, dankbetuigingen en portokosten;
  • reis-, verblijf- en telefoonkosten naar aanleiding van het overlijden;
  • bloemen of een krans;
  • koffie, thee of een eenvoudige maaltijd op de dag van de begrafenis of crematie voor diegenen die de plechtigheid bijwoonden;
  • grafrechten, tenzij er tijdens het leven van de verzekerde ook premierestitutie mogelijk is of de rechten overdraagbaar zijn;
  • de grafsteen en grafbedekking of -beplanting;
  • de reis- en verblijfkosten in verband met de terminale ziekte van uw fiscale partner of kind jonger dan 27 jaar die in het buitenland verblijft.
De volgende uitgaven mag u niet meetellen:
  • grafonderhoud;
  • een herbegrafenis;
  • het verlengen van grafrechten;
  • premie voor een uitkering in geld (een risicoverzekering of levensverzekering), ook niet als dat geld gebruikt wordt om de begrafenis of crematie te betalen;
  • successierecht, notariskosten en boedelkosten.
Overige buitengewone uitgaven zijn de uitgaven wegens:
  • Ziekte, invaliditeit en bevalling van de belastingplichtige, zijn partner, zijn kinderen die jonger zijn dan 27 jaar zijn en tot zijn huishouden behorende ernstig gehandicapte personen van 27 jaar of ouder;
  • Arbeidsongeschiktheid of chronische ziekte van de belastingplichtige;
  • Ouderdom van de belastingplichtige;
  • Chronische ziekte van kinderen van de belastingplichtige;
  • Adoptie door de belastingplichtige of zijn partner;
  • Ziekte en invaliditeit van bij de belastingplichtige inwonende zorgafhankelijke ouders, broers of zusters.
Buitengewone uitgaven drempel (cijfers 2007)
Belastingplichtige zonder fiscale partner
Verzamelinkomen vσσr toepassing persoonsgebonden aftrek Drempel
0 tot € 6.896 (in 2006 : € 6.783)€ 793 (in 2006 : € 780)
Van € 6.896 of meer11,5 % van het verzamelinkomen

Belastingplichtige met fiscale partner
Gezamenlijk verzamelinkomen vσσr toepassing persoonsgebonden aftrek Drempel
0 tot € 13.792 (in 2006 : € 13.566)€ 1.586 (in 2006 : € 1.560)
Van € 13.792 of meer11,5 % van het verzamelinkomen *
* Het verzamelinkomen is het totaal van alle inkomsten en aftrekposten in de drie boxen, maar zonder de verrekenbare verliezen over vorige jaren.
In verband met de invoering van het nieuwe zorgstelsel wordt met ingang van 2006 het bedrag van de drempel :
  1. verlaagd met de op de belastingplichtige drukkende standaardpremies voor de Zorgverzekeringswet (€ 1.015 per persoon) en
  2. verhoogd c.q. gecorrigeerd met de herrekende zorgtoeslag *.
* Afhankelijk van uw inkomen kunt u voor de premiekosten van uw zorgverzekering een tegemoetkoming krijgen van de Belastingdienst: de zorgtoeslag. Informatie over de zorgtoeslag vindt u op www.toeslagen.nl.
Klik hier voor een voorbeeld